Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. snippertje:
  2. snipper:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor snippertje (Nederlands) in het Duits

snippertje:

snippertje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het snippertje (stukje; fragmentje; klein stukje; )
    Stückchen; der Artikel; der Aufsatz; der Brocken; die Publikation

Vertaal Matrix voor snippertje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje artikel; artikelen; ding; essay; goed; item; koopwaar; lidwoord; lidwoorden; object; verhandeling; voorwerp; voorwerpen; waar; wetsartikel; zaak
Aufsatz brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje bovenstuk; brief; epistel; opstel; schrijven; scriptie; verslag
Brocken brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje bonk; bonkend geluid; brok; brokje; groot en dik stuk; homp; kleine brok; klont; klonter; suikerklontje
Publikation brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje afkondiging; artikel; bekendmaking; openbaarmaking; openbare publicatie; proclamatie; publicatie; publicaties; stuk
Stückchen brokje; eindje; fragmentje; klein stukje; partje; snippertje; stukje deeltje; onderdeeltje
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Artikel artikel; bericht; item

Verwante woorden van "snippertje":


snippertje vorm van snipper:

snipper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de snipper (stukje papier)
    der Schnipsel; der Papierschnipsel

Vertaal Matrix voor snipper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Papierschnipsel snipper; stukje papier
Schnipsel snipper; stukje papier knipsel; knipsels; snoei; uitknipsel

Verwante woorden van "snipper":