Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. speeldag:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor speeldag (Nederlands) in het Duits

speeldag:

speeldag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de speeldag
    der Spieltag
    • Spieltag [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor speeldag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Spieltag speeldag

Verwante woorden van "speeldag":

  • speeldagen