Nederlands
Uitgebreide vertaling voor stouterd (Nederlands) in het Duits
stouterd:
-
de stouterd
der Gauner; der Schelm; der Lausbube; der Taugenichts; der Rüpel; der Bengel; der Flegel; der Lümmel; der Schurke; der Frechdachs; der Racker; der Lausejunge; der Straßenjunge
Vertaal Matrix voor stouterd:
Verwante woorden van "stouterd":
Computer vertaling door derden: