Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tegenspraak:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tegenspraak (Nederlands) in het Duits

tegenspraak:

tegenspraak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tegenspraak (protest; verzet; tegenwerping; opwerping)
    der Protest; der Widerspruch; der Einspruch; die Gegenrede

Vertaal Matrix voor tegenspraak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Einspruch opwerping; protest; tegenspraak; tegenwerping; verzet bedenking; bezwaar
Gegenrede opwerping; protest; tegenspraak; tegenwerping; verzet antwoord; beantwoording; bescheid; reactie; repliek; retort; tegenbetoog; tegenbewijs; weerlegging; weerwoord
Protest opwerping; protest; tegenspraak; tegenwerping; verzet bedenking; bezwaar
Widerspruch opwerping; protest; tegenspraak; tegenwerping; verzet tegenstrijdigheid

Wiktionary: tegenspraak

tegenspraak
noun
  1. tegenspreken, ontkennen

Cross Translation:
FromToVia
tegenspraak Widerwort backtalk — verbal impudence or argument
tegenspraak Paradoxon paradox — in logic: a self-contradictory statement (jump)

Verwante vertalingen van tegenspraak