Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. triplex:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor triplex (Nederlands) in het Duits

triplex:

triplex bijvoeglijk naamwoord

  1. triplex (triplo; drievoudig)
    dreifach; doppelt und dreifach

triplex [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de triplex (triplexhout)
    Sperrholz

Vertaal Matrix voor triplex:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sperrholz triplex; triplexhout fineer; multiplex
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doppelt und dreifach drievoudig; triplex; triplo driedubbel; driemaal zo groot; drievoudig
dreifach drievoudig; triplex; triplo driedubbel; driemaal zo groot; drievoudig; driewerf

Wiktionary: triplex

triplex
noun
  1. compositieplaat betaande uit 3 laagjes gelijmd hout in verschillende vezelrichtingen