Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. tweespraken:
  2. tweespraak:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor tweespraken (Nederlands) in het Duits

tweespraken:

tweespraken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de tweespraken (dialogen)
    der Dialoge
    • Dialoge [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tweespraken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dialoge dialogen; tweespraken samenspraken

Verwante woorden van "tweespraken":


tweespraken vorm van tweespraak:

tweespraak [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de tweespraak (dialoog; samenspraak; tweegesprek)
    der Dialog; die Konversation

Vertaal Matrix voor tweespraak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Dialog dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak conversatie; gesprek
Konversation dialoog; samenspraak; tweegesprek; tweespraak conversatie; gesprek; mondeling onderhoud

Verwante woorden van "tweespraak":


Wiktionary: tweespraak


Cross Translation:
FromToVia
tweespraak Dialog; Zwiegespräch; Wechselrede dialogueconversation, entre deux ou plusieurs personnes.

Computer vertaling door derden: