Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitdrukkingen:
  2. uitdrukking:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitdrukkingen (Nederlands) in het Duits

uitdrukkingen:

uitdrukkingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de uitdrukkingen
    der Ausdruck; Idiom; die Redensart; Sprichwort

Vertaal Matrix voor uitdrukkingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausdruck uitdrukkingen afdruk; expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; inleiding; introductie; naam; print; proloog; taalschat; term; uitdrukking; voorbericht; voorwoord; zegswijze; zin
Idiom uitdrukkingen idioom; taaleigen
Redensart uitdrukkingen expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; idioom; taaleigen; taalschat; uitdrukking; zegswijze; zin
Sprichwort uitdrukkingen expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; idioom; spreekwoord; taaleigen; taalschat; uitdrukking; zegswijze; zin

Verwante woorden van "uitdrukkingen":


uitdrukkingen vorm van uitdrukking:

uitdrukking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitdrukking (gezichtsuitdrukking; expressie; gelaatsuitdrukking)
    der Ausdruck; der Gesichtsausdruck; der Blick; die Redensart; die Redewendung; Sprichwort; die Äußerung
  2. de uitdrukking (zegswijze; zin; frase; gezegde)
    der Ausdruck; Sprichwort; die Formulierung; die Bezeichnung; die Redensart; die Redewendung

Vertaal Matrix voor uitdrukking:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausdruck expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin afdruk; expressie; inleiding; introductie; naam; print; proloog; taalschat; term; uitdrukkingen; voorbericht; voorwoord
Bezeichnung frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin descriptie; grammaticaal predikaat; label; naam; nadere beschrijving; omschrijving; predikaat; term; uitbeelding; verwoording
Blick expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking gezicht; kijk; panorama; perceptie; prospect; uitzicht; vergezicht; vue; zicht
Formulierung frase; gezegde; uitdrukking; zegswijze; zin articulatie; formulering; uitspraak; verwoording
Gesichtsausdruck expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking
Redensart expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin idioom; taaleigen; taalschat; uitdrukkingen
Redewendung expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin gezegde; redekundig gezegde; verwoording
Sprichwort expressie; frase; gelaatsuitdrukking; gezegde; gezichtsuitdrukking; uitdrukking; zegswijze; zin idioom; spreekwoord; taaleigen; taalschat; uitdrukkingen
Äußerung expressie; gelaatsuitdrukking; gezichtsuitdrukking; uitdrukking het uitspreken; meningsuiting; uiting; uitlating; uitspraak
- expressie

Verwante woorden van "uitdrukking":


Synoniemen voor "uitdrukking":


Verwante definities voor "uitdrukking":

  1. wat je kunt lezen op een gezicht1
    • aan de uitdrukking op zijn gezicht zag ik dat hij het leuk vond1
  2. groepje vaste woorden met figuurlijke betekenis1
    • 'iemand voor het hoofd stoten' is een uitdrukking1

Wiktionary: uitdrukking


Cross Translation:
FromToVia
uitdrukking Ausdruck expression — particular way of phrasing an idea
uitdrukking Redensart expression — colloquialism or idiom
uitdrukking Ausdruck expression — facial appearance
uitdrukking Ausdruck expression — mathematics: arrangement of symbols
uitdrukking Ausdruck; Äußerung locution — linguistique|fr Unité fonctionnelle du langage, composée de plusieurs mots graphiques, appartenant à la langue et devant être apprise en tant que forme globale non divisible.