Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- uithoudend:
- uithouden:
-
Wiktionary:
- uithouden → aushalten
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor uithoudend (Nederlands) in het Duits
uithoudend:
-
uithoudend (verdragend)
Vertaal Matrix voor uithoudend:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ertragend | uithoudend; verdragend |
uithoudend vorm van uithouden:
-
uithouden (dragen; volhouden; verdragen; doorstaan; verduren; uitzingen; dulden; harden)
aushalten; tragen; ertragen; durchhalten; ausgestreckt halten; ausharren-
durchhalten werkwoord (halte durch, hältst durch, hält durch, hielt durch, hieltet durch, durchgehalten)
-
ausgestreckt halten werkwoord
Conjugations for uithouden:
o.t.t.
- houd uit
- houdt uit
- houdt uit
- houden uit
- houden uit
- houden uit
o.v.t.
- hield uit
- hield uit
- hield uit
- hielden uit
- hielden uit
- hielden uit
v.t.t.
- heb uitgehouden
- hebt uitgehouden
- heeft uitgehouden
- hebben uitgehouden
- hebben uitgehouden
- hebben uitgehouden
v.v.t.
- had uitgehouden
- had uitgehouden
- had uitgehouden
- hadden uitgehouden
- hadden uitgehouden
- hadden uitgehouden
o.t.t.t.
- zal uithouden
- zult uithouden
- zal uithouden
- zullen uithouden
- zullen uithouden
- zullen uithouden
o.v.t.t.
- zou uithouden
- zou uithouden
- zou uithouden
- zouden uithouden
- zouden uithouden
- zouden uithouden
diversen
- houd uit!
- houdt uit!
- uitgehouden
- uithoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze