Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitpuiling:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitpuiling (Nederlands) in het Duits

uitpuiling:

uitpuiling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de uitpuiling (uitstulping; bobbel)
    der Wulst; die Ausstülpung

Vertaal Matrix voor uitpuiling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ausstülpung bobbel; uitpuiling; uitstulping
Wulst bobbel; uitpuiling; uitstulping bobbel; bolling; buil; bult; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; zwelling

Verwante woorden van "uitpuiling":

  • uitpuilingen