Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. uitvaagsel:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor uitvaagsel (Nederlands) in het Duits

uitvaagsel:

uitvaagsel [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het uitvaagsel
    der Ausschuß; der Schund; der Auswurf; der Abschaum
    • Ausschuß [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Schund [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Auswurf [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Abschaum [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor uitvaagsel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Abschaum uitvaagsel
Ausschuß uitvaagsel comité; geboefte; gebroed; gespuis; schorriemorrie; tuig; uitschot
Auswurf uitvaagsel braaksel; kots; sputum
Schund uitvaagsel allegaartje; bocht; clichékunst; geboefte; gebroed; gespuis; junk; kitsch; mengelmoes; pornografische lectuur; prullaria; rommel; samenraapsel; schorriemorrie; slechte drank; tierelantijntjes; tuig; uitschot