Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vakgenoot (Nederlands) in het Duits

vakgenoot:

vakgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de vakgenoot (ambtgenoot; collega)
    der Kollege; die Kollegin; der Fachgenosse; der Amtsbruder; die Amtsbrüder; der Amtsgenosse; die Amtsgenossin; die Amstsschwester

Vertaal Matrix voor vakgenoot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Amstsschwester ambtgenoot; collega; vakgenoot
Amtsbruder ambtgenoot; collega; vakgenoot confrater
Amtsbrüder ambtgenoot; collega; vakgenoot
Amtsgenosse ambtgenoot; collega; vakgenoot
Amtsgenossin ambtgenoot; collega; vakgenoot
Fachgenosse ambtgenoot; collega; vakgenoot
Kollege ambtgenoot; collega; vakgenoot college; confrater; middelbare school
Kollegin ambtgenoot; collega; vakgenoot