Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Duits ->Vertaal veen

Vertaal veen van Nederlands naar Duits

Overzicht

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

veen:
- Torf; Torfmoor; Torfboden
vee:
- Vieh; Viehzeug; Viehbestand
Wiktionary:
- veen → Torf, Moos, Moor
- veen → Moor, Torf
- vee → Nutzvieh, Vieh
- vee → Vieh, Rindvieh, Nutztiere

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor veen (Nederlands) in het Duits

veen:

veen [het ~] zelfstandig naamwoord

het veen (turfveen; veengrond; turf)
der Torf; Torfmoor; der Torfboden
- Torf [der ~] zelfstandig naamwoord
- Torfmoor [das ~] zelfstandig naamwoord
- Torfboden [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor veen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Torf	turf; turfveen; veen; veengrond	turf
Torfboden	turf; turfveen; veen; veengrond	turfzolder
Torfmoor	turf; turfveen; veen; veengrond

Verwante woorden van "veen":

venen, vee

Wiktionary: veen

veen

noun

grondsoort
- veen → Torf

veen

noun

Österreich, Schweiz, Südostdeutschland: mooriges, sumpfiges Landschaftsgebiet
- Moos → veen; moeras
Sumpf, dessen Grund aus Torf besteht
- Moor → veen

Cross Translation:

From	To	Via
• veen	→ Moor	↔ moor — region with poor, marshy soil, peat and heath
• veen	→ Torf	↔ peat — soil

vee:

vee [het ~] zelfstandig naamwoord

het vee (veestapel)
Vieh; Viehzeug; der Viehbestand
- Vieh [das ~] zelfstandig naamwoord
- Viehzeug [das ~] zelfstandig naamwoord
- Viehbestand [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vee:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Vieh	vee; veestapel	beest; dier
Viehbestand	vee; veestapel	veestapel
Viehzeug	vee; veestapel
-	ossen

Verwante woorden van "vee":

veen, vees

Wiktionary: vee

vee

noun

door de mens om economische redenen gehouden dieren
- vee → Nutzvieh; Vieh

vee

noun

Alle Nutztiere, die in der Landwirtschaft gehalten werden.
- Vieh → vee

Cross Translation:

From	To	Via
• vee	→ Vieh	↔ cattle — certain other livestock
• vee	→ Vieh; Rindvieh	↔ cattle — pejorative: people who resemble cattle in behavior or destiny
• vee	→ Vieh; Nutztiere	↔ livestock — farm animals