Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. verzitten:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor verzitten (Nederlands) in het Duits

verzitten:

verzitten werkwoord (verzit, verzat, verzaten, verzeten)

  1. verzitten
    versitzen
    • versitzen werkwoord (versitze, versitzt, versitzte, versitztet, versitzt)

Conjugations for verzitten:

o.t.t.
  1. verzit
  2. verzit
  3. verzit
  4. verzitten
  5. verzitten
  6. verzitten
o.v.t.
  1. verzat
  2. verzat
  3. verzat
  4. verzaten
  5. verzaten
  6. verzaten
v.t.t.
  1. heb verzeten
  2. hebt verzeten
  3. heeft verzeten
  4. hebben verzeten
  5. hebben verzeten
  6. hebben verzeten
v.v.t.
  1. had verzeten
  2. had verzeten
  3. had verzeten
  4. hadden verzeten
  5. hadden verzeten
  6. hadden verzeten
o.t.t.t.
  1. zal verzitten
  2. zult verzitten
  3. zal verzitten
  4. zullen verzitten
  5. zullen verzitten
  6. zullen verzitten
o.v.t.t.
  1. zou verzitten
  2. zou verzitten
  3. zou verzitten
  4. zouden verzitten
  5. zouden verzitten
  6. zouden verzitten
diversen
  1. verzit!
  2. verzit!
  3. verzeten
  4. verzittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor verzitten:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
versitzen verzitten