Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vlokken:
  2. vlok:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor vlokken (Nederlands) in het Duits

vlokken:

vlokken werkwoord (vlok, vlokt, vlokte, vlokten, gevlokt)

  1. vlokken (pluizen)
    fusseln

Conjugations for vlokken:

o.t.t.
  1. vlok
  2. vlokt
  3. vlokt
  4. vlokken
  5. vlokken
  6. vlokken
o.v.t.
  1. vlokte
  2. vlokte
  3. vlokte
  4. vlokten
  5. vlokten
  6. vlokten
v.t.t.
  1. heb gevlokt
  2. hebt gevlokt
  3. heeft gevlokt
  4. hebben gevlokt
  5. hebben gevlokt
  6. hebben gevlokt
v.v.t.
  1. had gevlokt
  2. had gevlokt
  3. had gevlokt
  4. hadden gevlokt
  5. hadden gevlokt
  6. hadden gevlokt
o.t.t.t.
  1. zal vlokken
  2. zult vlokken
  3. zal vlokken
  4. zullen vlokken
  5. zullen vlokken
  6. zullen vlokken
o.v.t.t.
  1. zou vlokken
  2. zou vlokken
  3. zou vlokken
  4. zouden vlokken
  5. zouden vlokken
  6. zouden vlokken
diversen
  1. vlok!
  2. vlokt!
  3. gevlokt
  4. vlokken
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor vlokken:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fusseln pluizen; vlokken

Verwante woorden van "vlokken":


vlok:

vlok [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de vlok (dotje)
    die Flocke
    • Flocke [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vlok:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Flocke dotje; vlok

Verwante woorden van "vlok":


Wiktionary: vlok

vlok
  1. interstellare Wolke

Cross Translation:
FromToVia
vlok Flocke flake — thin chiplike layer
vlok Flocke floconpetit touffe, amas léger de laine, de soie, etc.