Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. werkpaard:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor werkpaard (Nederlands) in het Duits

werkpaard:

werkpaard [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het werkpaard (werkezel)
    Arbeitspferd; Arbeitstier

Vertaal Matrix voor werkpaard:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arbeitspferd werkezel; werkpaard huissloof; loonslaaf; moeke; sloof; werkezel; werkslaaf
Arbeitstier werkezel; werkpaard huissloof; loonslaaf; moeke; sloof; uitslover; werkezel; werkslaaf

Verwante woorden van "werkpaard":

  • werkpaarden

Computer vertaling door derden: