Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zeep:
  2. zepen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeep (Nederlands) in het Duits

zeep:

zeep [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de zeep
    die Seife
    • Seife [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zeep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Seife zeep

Verwante woorden van "zeep":


Verwante definities voor "zeep":

  1. middel om schoon te maken of mee te wassen1
    • hij wast zich met water en zeep1

Wiktionary: zeep

zeep
noun
  1. substantie met een ontvettende werking
zeep
Cross Translation:
FromToVia
zeep Seife soap — substance
zeep Seife savon — cosmétologie|fr produit basique obtenu par la combinaison d’un acide gras avec un alcali et qui servir à blanchir le linge, à nettoyer, à dégraisser.

zeep vorm van zepen:

zepen werkwoord (zeep, zeept, zeepte, zeepten, gezeept)

  1. zepen (inzepen)
    einseifen
    • einseifen werkwoord (seife ein, seifst ein, seift ein, seifte ein, seiftet ein, eingeseift)

Conjugations for zepen:

o.t.t.
  1. zeep
  2. zeept
  3. zeept
  4. zepen
  5. zepen
  6. zepen
o.v.t.
  1. zeepte
  2. zeepte
  3. zeepte
  4. zeepten
  5. zeepten
  6. zeepten
v.t.t.
  1. heb gezeept
  2. hebt gezeept
  3. heeft gezeept
  4. hebben gezeept
  5. hebben gezeept
  6. hebben gezeept
v.v.t.
  1. had gezeept
  2. had gezeept
  3. had gezeept
  4. hadden gezeept
  5. hadden gezeept
  6. hadden gezeept
o.t.t.t.
  1. zal zepen
  2. zult zepen
  3. zal zepen
  4. zullen zepen
  5. zullen zepen
  6. zullen zepen
o.v.t.t.
  1. zou zepen
  2. zou zepen
  3. zou zepen
  4. zouden zepen
  5. zouden zepen
  6. zouden zepen
diversen
  1. zeep!
  2. zeept!
  3. gezeept
  4. zepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zepen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
einseifen inzepen; zepen fiksen; flikken; iemand iets flikken; klaarspelen; lappen; leveren; voor elkaar krijgen

Verwante woorden van "zepen":