Overzicht
Nederlands naar Duits: Meer gegevens...
- zegepralen:
- zegepraal:
-
Wiktionary:
- zegepraal → Triumph
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor zegepralen (Nederlands) in het Duits
zegepralen:
-
zegepralen (triomferen)
siegen; triumphieren-
triumphieren werkwoord (triumphiere, triumphierst, triumphiert, triumphierte, triumphiertet, triumphiert)
Conjugations for zegepralen:
o.t.t.
- zegepraal
- zegepraalt
- zegepraalt
- zegepralen
- zegepralen
- zegepralen
o.v.t.
- zegepraalde
- zegepraalde
- zegepraalde
- zegepraalden
- zegepraalden
- zegepraalden
v.t.t.
- heb gezegepraald
- hebt gezegepraald
- heeft gezegepraald
- hebben gezegepraald
- hebben gezegepraald
- hebben gezegepraald
v.v.t.
- had gezegepraald
- had gezegepraald
- had gezegepraald
- hadden gezegepraald
- hadden gezegepraald
- hadden gezegepraald
o.t.t.t.
- zal zegepralen
- zult zegepralen
- zal zegepralen
- zullen zegepralen
- zullen zegepralen
- zullen zegepralen
o.v.t.t.
- zou zegepralen
- zou zegepralen
- zou zegepralen
- zouden zegepralen
- zouden zegepralen
- zouden zegepralen
diversen
- zegepraal!
- zegepraalt!
- gezegepraald
- zegepralend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor zegepralen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
siegen | triomferen; zegepralen | behalen; de overwinning behalen; gewinnen; verkrijgen; winnen; zegevieren |
triumphieren | triomferen; zegepralen | behalen; de overwinning behalen; verkrijgen; winnen; zegevieren |
Verwante woorden van "zegepralen":
zegepraal:
-
de zegepraal (triomf)
Vertaal Matrix voor zegepraal:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
Sieg | triomf; zegepraal | overwinning; triomf; zege |
Triumph | triomf; zegepraal |
Verwante woorden van "zegepraal":
Computer vertaling door derden: