Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zeilen:
  2. zeil:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zeilen (Nederlands) in het Duits

zeilen:

zeilen werkwoord (zeil, zeilt, zeilde, zeilden, gezeild)

  1. zeilen (varen)
    segeln
    • segeln werkwoord (segele, segelst, segelt, segelte, segeltet, gesegelt)

Conjugations for zeilen:

o.t.t.
  1. zeil
  2. zeilt
  3. zeilt
  4. zeilen
  5. zeilen
  6. zeilen
o.v.t.
  1. zeilde
  2. zeilde
  3. zeilde
  4. zeilden
  5. zeilden
  6. zeilden
v.t.t.
  1. heb gezeild
  2. hebt gezeild
  3. heeft gezeild
  4. hebben gezeild
  5. hebben gezeild
  6. hebben gezeild
v.v.t.
  1. had gezeild
  2. had gezeild
  3. had gezeild
  4. hadden gezeild
  5. hadden gezeild
  6. hadden gezeild
o.t.t.t.
  1. zal zeilen
  2. zult zeilen
  3. zal zeilen
  4. zullen zeilen
  5. zullen zeilen
  6. zullen zeilen
o.v.t.t.
  1. zou zeilen
  2. zou zeilen
  3. zou zeilen
  4. zouden zeilen
  5. zouden zeilen
  6. zouden zeilen
diversen
  1. zeil!
  2. zeilt!
  3. gezeild
  4. zeilend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

zeilen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de zeilen (zeildoeken)
    die Segel
    • Segel [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zeilen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Segel zeildoeken; zeilen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
segeln varen; zeilen kelderen; stevenen; zakken

Verwante woorden van "zeilen":


Wiktionary: zeilen

zeilen
verb
  1. (intransitiv), meist von einem Schiff oder dessen Besatzung den Wind als Antrieb für die Fortbewegung nutzen

Cross Translation:
FromToVia
zeilen segeln sail — to ride in a boat, especially sailboat
zeilen segeln sail — to move briskly and gracefully through the air
zeilen Segeln sailing — motion across water

zeil:

zeil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zeil (dekzeil)
    Segeltuch; Zelttuch

Vertaal Matrix voor zeil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Segeltuch dekzeil; zeil zeildoek
Zelttuch dekzeil; zeil tentdoek; tentkleed; tentstof

Verwante woorden van "zeil":


Verwante definities voor "zeil":

  1. sterk doek aan de mast van een schip1
    • het zeil werd opgehesen om meer wind te vangen1
  2. stuk stof van waterdicht materiaal1
    • door het grondzeil van de tent wordt het binnen niet vochtig1

Wiktionary: zeil

zeil
noun
  1. ein Stück Stoff zur Nutzung des Windes für die Fortbewegung von Schiffen und Fahrzeugen

Cross Translation:
FromToVia
zeil Segel sail — a piece of fabric attached to a boat