Overzicht
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. zoeker:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zoeker (Nederlands) in het Duits

zoeker:

zoeker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de zoeker
    der Sucher
    • Sucher [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor zoeker:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Sucher zoeker zoekers

Verwante woorden van "zoeker":

  • zoekers, zoekertje, zoekertjes, zoekertjes

Wiktionary: zoeker


Cross Translation:
FromToVia
zoeker Suchender seeker — One who seeks