Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opblijven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opblijven (Nederlands) in het Engels

opblijven:

opblijven werkwoord (blijf op, blijft op, bleef op, bleven op, opgebleven)

  1. opblijven
    to stay up
    • stay up werkwoord (stays up, stayed up, staying up)

Conjugations for opblijven:

o.t.t.
  1. blijf op
  2. blijft op
  3. blijft op
  4. blijven op
  5. blijven op
  6. blijven op
o.v.t.
  1. bleef op
  2. bleef op
  3. bleef op
  4. bleven op
  5. bleven op
  6. bleven op
v.t.t.
  1. ben opgebleven
  2. bent opgebleven
  3. is opgebleven
  4. zijn opgebleven
  5. zijn opgebleven
  6. zijn opgebleven
v.v.t.
  1. was opgebleven
  2. was opgebleven
  3. was opgebleven
  4. waren opgebleven
  5. waren opgebleven
  6. waren opgebleven
o.t.t.t.
  1. zal opblijven
  2. zult opblijven
  3. zal opblijven
  4. zullen opblijven
  5. zullen opblijven
  6. zullen opblijven
o.v.t.t.
  1. zou opblijven
  2. zou opblijven
  3. zou opblijven
  4. zouden opblijven
  5. zouden opblijven
  6. zouden opblijven
diversen
  1. blijf op!
  2. blijft op!
  3. opgebleven
  4. opblijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor opblijven:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stay up opblijven

Wiktionary: opblijven

opblijven
verb
  1. remain awake

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van opblijven