Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. God:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor God (Nederlands) in het Engels

God:

God [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de God
    the God
    • God [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de God (Here; schepper)
    the God; the Lord
    • God [the ~] zelfstandig naamwoord
    • Lord [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de God (Almachtige; opperwezen; Schepper; heer)
    the Omnipotence; the God; the supreme being; the Lord of Heaven; the Heavenly Father; the Creator
  4. de God (Jahweh; Jahveh)
    the Yahweh
    • Yahweh [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor God:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Creator Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen
God Almachtige; God; Here; Schepper; heer; opperwezen; schepper
Heavenly Father Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen hemelvader
Lord God; Here; schepper Christus; Jezus; Jezus-Christus
Lord of Heaven Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen
Omnipotence Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen
Yahweh God; Jahveh; Jahweh
supreme being Almachtige; God; Schepper; heer; opperwezen almachtige; hemelheer

Verwante woorden van "God":

  • Gods

Wiktionary: God

God
proper noun
  1. een bovennatuurlijk en volmaakt wezen, dat beschikt over superieure krachten en dat onsterfelijk is
God
proper noun
  1. omnipotent being
  2. impersonal, universal, spiritual presence
  3. single male deity of duotheism
  4. single deity of monotheism

Verwante vertalingen van God