Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aankleding:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aankleding (Nederlands) in het Engels

aankleding:

aankleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aankleding (inrichting; versiering; decoratie)
    the furnishing; the decoration

Vertaal Matrix voor aankleding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decoration aankleding; decoratie; inrichting; versiering corsage; decor; decoratie; draperie; ereteken; garnering; kenteken; merkteken; onderscheiding; onderscheidingsteken; opluistering; opschik; opsiering; opsmuk; ornamentiek; ridderorde; sierwerk; smuk; speldje; teken; tooi; versiering; versiersel
furnishing aankleding; decoratie; inrichting; versiering ameublement; inrichten; inrichting; meubelen; meubels; meubilair; meubilering; verschaffing; voorziening; woningdecoratie; woninginrichting

Verwante woorden van "aankleding":

  • aankledingen

Computer vertaling door derden: