Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afgeweekt:
  2. afweken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afgeweekt (Nederlands) in het Engels

afgeweekt:

afgeweekt bijvoeglijk naamwoord

  1. afgeweekt
    soaked of

Vertaal Matrix voor afgeweekt:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soaked of afgeweekt

afweken:

afweken werkwoord (week af, weekt af, weekte af, weekten af, afgeweekt)

  1. afweken
    soften off; to soak
  2. afweken (losweken; afstomen)
    to soak off
    • soak off werkwoord (soaks off, soaked off, soaking off)

Conjugations for afweken:

o.t.t.
  1. week af
  2. weekt af
  3. weekt af
  4. weken af
  5. weken af
  6. weken af
o.v.t.
  1. weekte af
  2. weekte af
  3. weekte af
  4. weekten af
  5. weekten af
  6. weekten af
v.t.t.
  1. heb afgeweekt
  2. hebt afgeweekt
  3. heeft afgeweekt
  4. hebben afgeweekt
  5. hebben afgeweekt
  6. hebben afgeweekt
v.v.t.
  1. had afgeweekt
  2. had afgeweekt
  3. had afgeweekt
  4. hadden afgeweekt
  5. hadden afgeweekt
  6. hadden afgeweekt
o.t.t.t.
  1. zal afweken
  2. zult afweken
  3. zal afweken
  4. zullen afweken
  5. zullen afweken
  6. zullen afweken
o.v.t.t.
  1. zou afweken
  2. zou afweken
  3. zou afweken
  4. zouden afweken
  5. zouden afweken
  6. zouden afweken
diversen
  1. week af!
  2. weekt af!
  3. afgeweekt
  4. afwekende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor afweken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soak dronkaard; dronkelap; dronkeman; zatlap
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soak afweken doortrekken met vloeistof; doorweken; drenken; in de week zetten; inweken; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
soak off afstomen; afweken; losweken
soften off afweken