Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ananassen:
  2. ananas:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ananassen (Nederlands) in het Engels

ananassen:

ananassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de ananassen
    the pineapples

Vertaal Matrix voor ananassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pineapples ananassen

Verwante woorden van "ananassen":


ananassen vorm van ananas:

ananas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de ananas
    the pineapple

Vertaal Matrix voor ananas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pineapple ananas

Verwante woorden van "ananas":


Verwante definities voor "ananas":

  1. tropische gele vrucht met geschubde bruine buitenkant1
    • we eten ananas met slagroom toe1

Wiktionary: ananas

ananas
noun
  1. plant
  2. fruit

Cross Translation:
FromToVia
ananas pineapple Ananas — tropische Frucht der gleichnamigen Pflanzenart
ananas pineapple tree ananas — Plante
ananas pineapple ananas — Fruit