Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. automobilist:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor automobilist (Nederlands) in het Engels

automobilist:

automobilist [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de automobilist (autobezitter)
    the motorist; the car owner

Vertaal Matrix voor automobilist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
car owner autobezitter; automobilist
motorist autobezitter; automobilist

Verwante woorden van "automobilist":


Verwante definities voor "automobilist":

  1. wie een auto bestuurt1
    • deze automobilist heeft teveel gedronken1

Wiktionary: automobilist

automobilist
noun
  1. een bestuurder van een auto
automobilist
noun
  1. one who drives a motor vehicle

Cross Translation:
FromToVia
automobilist driver; motorist automobiliste — Celui, celle qui conduit une automobile.

Computer vertaling door derden: