Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. basketbal:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor basketbal (Nederlands) in het Engels

basketbal:

basketbal [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het basketbal
    the basketball game; the hoops; the basketball
    – a game played on a court by two opposing teams of 5 players; points are scored by throwing the ball through an elevated horizontal hoop 1

basketbal [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de basketbal
    the basketball
    – an inflated ball used in playing basketball 1

Vertaal Matrix voor basketbal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
basketball basketbal
basketball game basketbal
hoops basketbal

Wiktionary: basketbal

basketbal
noun
  1. een sport gespeeld door twee teams van vijf spelers die punten scoren door een bal in de korf van de tegenstander te gooien
basketbal
noun
  1. the ball used in the sport
  2. the sport

Cross Translation:
FromToVia
basketbal basketball Basketball — kPl.: Mannschaftssport, bei dem ein Ball in einen offenen Korb von oben durchgeworfen werden soll
basketbal basketball basket-ball — (sport) sport collectif de balle, qui se joue à la main, dont le but est de marquer plus de points que l'équipe adverse en marquant des paniers, c’est-à-dire en faisant passer le ballon à travers un anneau placé à plusieurs mètres du sol.