Overzicht
Nederlands naar Engels: Meer gegevens...
- beschadigd:
- beschadigen:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor beschadigd:
- impaired
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor beschadigd (Nederlands) in het Engels
beschadigd:
-
beschadigd (kapot; gebarsten; stuk)
crushed; cracked; in rags; to pieces; broken; gone to pieces; snapped; in shreds; moth eaten; ruptured-
crushed bijvoeglijk naamwoord
-
cracked bijvoeglijk naamwoord
-
in rags bijvoeglijk naamwoord
-
to pieces bijvoeglijk naamwoord
-
broken bijvoeglijk naamwoord
-
gone to pieces bijvoeglijk naamwoord
-
snapped bijvoeglijk naamwoord
-
in shreds bijvoeglijk naamwoord
-
moth eaten bijvoeglijk naamwoord
-
ruptured bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor beschadigd:
Wiktionary: beschadigd
beschadigd
adjective
-
damaged
beschadigd vorm van beschadigen:
Conjugations for beschadigen:
o.t.t.
- beschadig
- beschadigt
- beschadigt
- beschadigen
- beschadigen
- beschadigen
o.v.t.
- beschadigde
- beschadigde
- beschadigde
- beschadigden
- beschadigden
- beschadigden
v.t.t.
- heb beschadigd
- hebt beschadigd
- heeft beschadigd
- hebben beschadigd
- hebben beschadigd
- hebben beschadigd
v.v.t.
- had beschadigd
- had beschadigd
- had beschadigd
- hadden beschadigd
- hadden beschadigd
- hadden beschadigd
o.t.t.t.
- zal beschadigen
- zult beschadigen
- zal beschadigen
- zullen beschadigen
- zullen beschadigen
- zullen beschadigen
o.v.t.t.
- zou beschadigen
- zou beschadigen
- zou beschadigen
- zouden beschadigen
- zouden beschadigen
- zouden beschadigen
diversen
- beschadig!
- beschadigt!
- beschadigd
- beschadigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
beschadigen (kwetsen)
-
beschadigen
Vertaal Matrix voor beschadigen:
Antoniemen van "beschadigen":
Verwante definities voor "beschadigen":
Wiktionary: beschadigen
beschadigen
Cross Translation:
verb
beschadigen
-
het toebrengen van schade
- beschadigen → damage
verb
-
to spoil, to damage
-
have a diminishing effect on
-
cause damage
-
to make something less intact or even destroy it; to harm or cause destruction
-
to cause severe damage
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beschadigen | → batter; ruin; spoil | ↔ ramponieren — stark beschädigen |
• beschadigen | → damage; deteriorate; injure; spoil; harm; hurt; impair; mutilate; vitiate | ↔ détériorer — mettre en mauvais état. |
User Translations:
Word | Translation | Votes |
---|---|---|
beschadigd | impaired | 7 |
Computer vertaling door derden: