Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. concluderend:
  2. concluderen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor concluderend (Nederlands) in het Engels

concluderend:

concluderend bijvoeglijk naamwoord

  1. concluderend (afsluitend)
    concluding

Vertaal Matrix voor concluderend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concluding afsluitend; concluderend

concluderen:

concluderen werkwoord (concludeer, concludeert, concludeerde, concludeerden, geconcludeerd)

  1. concluderen (opmaken uit; een gevolgtrekking maken)
    to conclude
    • conclude werkwoord (concludes, concluded, concluding)
  2. concluderen (iets afleiden uit)
    to deduce; to conclude; to divert
    • deduce werkwoord (deduces, deduced, deducing)
    • conclude werkwoord (concludes, concluded, concluding)
    • divert werkwoord (diverts, diverted, diverting)

Conjugations for concluderen:

o.t.t.
  1. concludeer
  2. concludeert
  3. concludeert
  4. concluderen
  5. concluderen
  6. concluderen
o.v.t.
  1. concludeerde
  2. concludeerde
  3. concludeerde
  4. concludeerden
  5. concludeerden
  6. concludeerden
v.t.t.
  1. heb geconcludeerd
  2. hebt geconcludeerd
  3. heeft geconcludeerd
  4. hebben geconcludeerd
  5. hebben geconcludeerd
  6. hebben geconcludeerd
v.v.t.
  1. had geconcludeerd
  2. had geconcludeerd
  3. had geconcludeerd
  4. hadden geconcludeerd
  5. hadden geconcludeerd
  6. hadden geconcludeerd
o.t.t.t.
  1. zal concluderen
  2. zult concluderen
  3. zal concluderen
  4. zullen concluderen
  5. zullen concluderen
  6. zullen concluderen
o.v.t.t.
  1. zou concluderen
  2. zou concluderen
  3. zou concluderen
  4. zouden concluderen
  5. zouden concluderen
  6. zouden concluderen
diversen
  1. concludeer!
  2. concludeert!
  3. geconcludeerd
  4. concluderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor concluderen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conclude concluderen; een gevolgtrekking maken; iets afleiden uit; opmaken uit afleiden; afsluiten; beëindigen; deduceren; een einde maken aan; eindigen; naar einde toewerken; ophouden; stoppen
deduce concluderen; iets afleiden uit afleiden; deduceren
divert concluderen; iets afleiden uit afkeren; afwenden; bezig houden; iemand amuseren; omleggen; omleiden; verlustigen; vermaken

Wiktionary: concluderen

concluderen
verb
  1. (overgankelijk) tot een besluit komen
concluderen
verb
  1. (intransitive) To draw a conclusion (by reasoning)
  2. (transitive) To conclude by reasoning or deduction, as from premises or evidence
  3. to end

Cross Translation:
FromToVia
concluderen conclude; abstract; gather; induce; infer; find conclure — Traductions à trier suivant le sens

Computer vertaling door derden: