Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. demobiliseren:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor demobiliseren (Nederlands) in het Engels

demobiliseren:

demobiliseren werkwoord (demobiliseer, demobiliseert, demobiliseerde, demobiliseerden, gedemobiliseerd)

  1. demobiliseren (afzwaaien)
    to demobilize; to demobilise
    • demobilize werkwoord, Amerikaans (demobilizes, demobilized, demobilizing)
    • demobilise werkwoord, Brits

Conjugations for demobiliseren:

o.t.t.
  1. demobiliseer
  2. demobiliseert
  3. demobiliseert
  4. demobiliseren
  5. demobiliseren
  6. demobiliseren
o.v.t.
  1. demobiliseerde
  2. demobiliseerde
  3. demobiliseerde
  4. demobiliseerden
  5. demobiliseerden
  6. demobiliseerden
v.t.t.
  1. ben gedemobiliseerd
  2. bent gedemobiliseerd
  3. is gedemobiliseerd
  4. zijn gedemobiliseerd
  5. zijn gedemobiliseerd
  6. zijn gedemobiliseerd
v.v.t.
  1. was gedemobiliseerd
  2. was gedemobiliseerd
  3. was gedemobiliseerd
  4. waren gedemobiliseerd
  5. waren gedemobiliseerd
  6. waren gedemobiliseerd
o.t.t.t.
  1. zal demobiliseren
  2. zult demobiliseren
  3. zal demobiliseren
  4. zullen demobiliseren
  5. zullen demobiliseren
  6. zullen demobiliseren
o.v.t.t.
  1. zou demobiliseren
  2. zou demobiliseren
  3. zou demobiliseren
  4. zouden demobiliseren
  5. zouden demobiliseren
  6. zouden demobiliseren
diversen
  1. demobiliseer!
  2. demobiliseert!
  3. gedemobiliseerd
  4. demolibiserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor demobiliseren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demobilise afzwaaien; demobiliseren
demobilize afzwaaien; demobiliseren