Nederlands
Uitgebreide vertaling voor film (Nederlands) in het Engels
film:
-
de film (filmrolletje)
the film– photographic material consisting of a base of celluloid covered with a photographic emulsion; used to make negatives or transparencies 1the roll of film -
de film
-
de film
Vertaal Matrix voor film:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cinema | film | bioscoop; cinema |
film | film; filmrolletje | bioscoop; cinema; filmpje; huidje; laagje; rolletje; rolprent; schilletje; speelfilm; velletje |
movie | film | bioscoop; cinema; rolprent; speelfilm |
roll of film | film; filmrolletje | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
film | filmen; verfilmen |
Verwante woorden van "film":
Verwante definities voor "film":
Wiktionary: film
film
Cross Translation:
noun
film
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• film | → film; movie; motion picture | ↔ film — photographie|fr pellicule de gélatine de type photographique sur laquelle on enregistrer une suite d’images à l’aide d’un appareil photo. |
• film | → film; motion picture; movie | ↔ pellicule — Traductions à trier suivant le sens |
filmen:
-
filmen
Conjugations for filmen:
o.t.t.
- film
- filmt
- filmt
- filmen
- filmen
- filmen
o.v.t.
- filmde
- filmde
- filmde
- filmden
- filmden
- filmden
v.t.t.
- heb gefilmd
- hebt gefilmd
- heeft gefilmd
- hebben gefilmd
- hebben gefilmd
- hebben gefilmd
v.v.t.
- had gefilmd
- had gefilmd
- had gefilmd
- hadden gefilmd
- hadden gefilmd
- hadden gefilmd
o.t.t.t.
- zal filmen
- zult filmen
- zal filmen
- zullen filmen
- zullen filmen
- zullen filmen
o.v.t.t.
- zou filmen
- zou filmen
- zou filmen
- zouden filmen
- zouden filmen
- zouden filmen
en verder
- ben gefilmd
- bent gefilmd
- is gefilmd
- zijn gefilmd
- zijn gefilmd
- zijn gefilmd
diversen
- film!
- filmt!
- gefilmd
- filmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor filmen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
film | bioscoop; cinema; film; filmpje; filmrolletje; huidje; laagje; rolletje; rolprent; schilletje; speelfilm; velletje | |
shoot | afknallen; jaagpartij; jacht; jachtpartij; jonge plant; loot; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek; stekje; takje; twijg; wildjacht | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
film | filmen | verfilmen |
shoot | filmen | afschieten; afvuren; neerschieten; schieten; schieten op; schoten lossen; verfilmen; vuren |