Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. geplaag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor geplaag (Nederlands) in het Engels

geplaag:

geplaag [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het geplaag (gepest; pesterij)
    the teasing; the nagging
    • teasing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nagging [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor geplaag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nagging gepest; geplaag; pesterij gedram; gemekker; gezanik; gezeur; plagerij
teasing gepest; geplaag; pesterij plagerij
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nagging chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks; tergend; treiterig

Wiktionary: geplaag

geplaag
noun
  1. good humoured conversation