Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gil:
  2. gillen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gil (Nederlands) in het Engels

gil:

gil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de gil (schreeuw; roep; uitroep; kreet)
    the exclamation; the scream; the squeal; the yell; the whoop; the shriek; the cry; the screech
    • exclamation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scream [the ~] zelfstandig naamwoord
    • squeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • yell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • whoop [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shriek [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cry [the ~] zelfstandig naamwoord
    • screech [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cry gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
exclamation gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
scream gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep blunder; domheid; flater; giller; misgreep
screech gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
shriek gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
squeal gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
whoop gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep kreet; leus; strijdkreet; yell
yell gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep kreet; leus; strijdkreet; yell
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cry blaffen; brullen; bulderen; daveren; gillen; grienen; huilen; janken; krijsen; schreeuwen; schreien; snikken; snotteren; wenen
scream blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; gillen; het uitgillen; krijsen; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen
screech afkrabben; gillen; krassen; krijsen; schrapen; schrappen; schreeuwen; uitgillen; uitkrijsen; zich krabben
shriek blaffen; brullen; bulderen; daveren; gillen; het uitgillen; huilen; janken; krijsen; schreeuwen; uitbrullen; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen
squeal aanbrengen; aangeven; blaffen; brullen; huilen; janken; keffen; klikken; krijsen; uitbrengen; uitgieren; uitgillen; uitkrijsen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
yell blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; gillen; het uitgillen; janken; krijsen; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; uitvaren tegen; vuilbekken

Verwante woorden van "gil":


Wiktionary: gil

gil
noun
  1. een harde schelle ongearticuleerde uitroep
gil
noun
  1. A yell, shout

Cross Translation:
FromToVia
gil clamor; outrage clameurgrand cri, ordinairement des cris confus de plusieurs personnes réunir.

gil vorm van gillen:

gillen werkwoord (gil, gilt, gilde, gilden, gegild)

  1. gillen (schreeuwen; krijsen)
    to scream; to screech; to shriek; to squawk; to yell; to cry
    • scream werkwoord (screams, screamed, screaming)
    • screech werkwoord (screeches, screeched, screeching)
    • shriek werkwoord (shrieks, shrieked, shrieking)
    • squawk werkwoord (squawks, squawked, squawking)
    • yell werkwoord (yells, yelled, yelling)
    • cry werkwoord (cries, cried, crying)
  2. gillen (janken; brullen)
    to howl; to whine; to yell
    • howl werkwoord (howls, howled, howling)
    • whine werkwoord (whines, whined, whining)
    • yell werkwoord (yells, yelled, yelling)

Conjugations for gillen:

o.t.t.
  1. gil
  2. gilt
  3. gilt
  4. gillen
  5. gillen
  6. gillen
o.v.t.
  1. gilde
  2. gilde
  3. gilde
  4. gilden
  5. gilden
  6. gilden
v.t.t.
  1. heb gegild
  2. hebt gegild
  3. heeft gegild
  4. hebben gegild
  5. hebben gegild
  6. hebben gegild
v.v.t.
  1. had gegild
  2. had gegild
  3. had gegild
  4. hadden gegild
  5. hadden gegild
  6. hadden gegild
o.t.t.t.
  1. zal gillen
  2. zult gillen
  3. zal gillen
  4. zullen gillen
  5. zullen gillen
  6. zullen gillen
o.v.t.t.
  1. zou gillen
  2. zou gillen
  3. zou gillen
  4. zouden gillen
  5. zouden gillen
  6. zouden gillen
diversen
  1. gil!
  2. gilt!
  3. gegild
  4. gillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

gillen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de gillen (schreeuwen; roepen; kreten)
    the yelling; the shouts; the screams; the cries
    • yelling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shouts [the ~] zelfstandig naamwoord
    • screams [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cries [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gillen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cries gillen; kreten; roepen; schreeuwen
cry gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
scream blunder; domheid; flater; gil; giller; kreet; misgreep; roep; schreeuw; uitroep
screams gillen; kreten; roepen; schreeuwen
screech gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
shouts gillen; kreten; roepen; schreeuwen
shriek gil; kreet; roep; schreeuw; uitroep
whine jank; snik
yell gil; kreet; leus; roep; schreeuw; strijdkreet; uitroep; yell
yelling gillen; kreten; roepen; schreeuwen gebrul; gebulder; gegil; gekrijs; gescheld; geschreeuw; getier
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cry gillen; krijsen; schreeuwen blaffen; brullen; bulderen; daveren; grienen; huilen; janken; krijsen; schreeuwen; schreien; snikken; snotteren; wenen
howl brullen; gillen; janken joelen; uitjouwen
scream gillen; krijsen; schreeuwen blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; het uitgillen; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen
screech gillen; krijsen; schreeuwen afkrabben; krassen; schrapen; schrappen; uitgillen; uitkrijsen; zich krabben
shriek gillen; krijsen; schreeuwen blaffen; brullen; bulderen; daveren; het uitgillen; huilen; janken; krijsen; schreeuwen; uitbrullen; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen
squawk gillen; krijsen; schreeuwen
whine brullen; gillen; janken dreinen; drenzen; dwingend huilen; emmeren; grienen; huilen; janken; jengelen; kermen; snikken; snotteren; temen; zemelen
yell brullen; gillen; janken; krijsen; schreeuwen blaffen; brullen; bulderen; daveren; fulmineren; het uitgillen; razen; schreeuwen; te keer gaan; tekeergaan; tieren; uitgillen; uitkrijsen; uitroepen; uitschreeuwen; uitvaren tegen; vuilbekken

Verwante woorden van "gillen":


Wiktionary: gillen

gillen
verb
  1. een harde schelle ongearticuleerde uitroep slaken
gillen
verb
  1. intransitive: to shout, scream, yell

Cross Translation:
FromToVia
gillen complain; yell; howl; vociferate; claim clamermanifester son opinion par des termes violents, par des cris.