Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gulpen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gulpt (Nederlands) in het Engels

gulpen:

gulpen werkwoord (gulp, gulpt, gulpte, gulpten, gegulpt)

  1. gulpen (in stromen neerstorten; gutsen)
    to gush; come down in torrents; to flow; to pour
    to run
    – the pouring forth of a fluid 1
    • run werkwoord (runs, ran, running)

Conjugations for gulpen:

o.t.t.
  1. gulp
  2. gulpt
  3. gulpt
  4. gulpen
  5. gulpen
  6. gulpen
o.v.t.
  1. gulpte
  2. gulpte
  3. gulpte
  4. gulpten
  5. gulpten
  6. gulpten
v.t.t.
  1. ben gegulpt
  2. bent gegulpt
  3. is gegulpt
  4. zijn gegulpt
  5. zijn gegulpt
  6. zijn gegulpt
v.v.t.
  1. was gegulpt
  2. was gegulpt
  3. was gegulpt
  4. waren gegulpt
  5. waren gegulpt
  6. waren gegulpt
o.t.t.t.
  1. zal gulpen
  2. zult gulpen
  3. zal gulpen
  4. zullen gulpen
  5. zullen gulpen
  6. zullen gulpen
o.v.t.t.
  1. zou gulpen
  2. zou gulpen
  3. zou gulpen
  4. zouden gulpen
  5. zouden gulpen
  6. zouden gulpen
diversen
  1. gulp!
  2. gulpt!
  3. gegulpt
  4. gulpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor gulpen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flow drukte; gedrang; stroom; stroomdimensielid; teveel aan bezigheden; toeloop; toevloed
run aanval; attaque; bestorming; hardloopwedstrijd; ladder; ladder in kous; loop; offensief; run; runs; stormaanval; stormloop; stormlopen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
come down in torrents gulpen; gutsen; in stromen neerstorten
flow gulpen; gutsen; in stromen neerstorten golven; golvend bewegen; lopen; stromen; vloeien; voortvloeien uit
gush gulpen; gutsen; in stromen neerstorten golven; golvend bewegen; in stralen lopen; spuiten; uitspuiten; vloeien
pour gulpen; gutsen; in stromen neerstorten bijgieten; gieten; gieten op; in stralen lopen; inschenken; intappen; opgieten; schenken; serveren; tappen; uitstorten; vloeien
run gulpen; gutsen; in stromen neerstorten administreren; beheren; besturen; draven; gaan; hard rennen; hardlopen; hollen; in elkaar overlopen; in stralen lopen; ladderen; lopen; pezen; racen; rennen; sprinten; stromen; vervagen; vervloeien; vloeien; zich begeven

Verwante woorden van "gulpen":