Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hapjes:
  2. hapje:
  3. hap:
  4. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hapjes (Nederlands) in het Engels

hapjes:

hapjes [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hapjes
    the snacks
    • snacks [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hapjes:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
snacks hapjes

Verwante woorden van "hapjes":


hapjes vorm van hapje:

hapje [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hapje (snack; tussendoortje)
    the bite to eat; the snack; the fast food
  2. het hapje (tussendoortje; versnapering)
    the snack
    • snack [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hapje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bite to eat hapje; snack; tussendoortje
fast food hapje; snack; tussendoortje
snack hapje; snack; tussendoortje; versnapering delicatesse; lekkernij; lekkers; tussendoortje; versnapering; zoetigheid

Verwante woorden van "hapje":


Wiktionary: hapje

hapje
noun
  1. small amount of something

hapjes vorm van hap:

hap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hap
    the bite; the mouthful
    • bite [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mouthful [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hap:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bite hap aanbijten; in een hap en een snap; knauw; mondvol; snap
mouthful hap mondvol
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bite dichtbijten; happen; snerpen; toebijten; toehappen; toesnauwen

Verwante woorden van "hap":


Wiktionary: hap

hap
noun
  1. small fragment
  2. mouthful
  3. small amount

Cross Translation:
FromToVia
hap mouthful bouchéemorceau d’aliment solide qu’on mettre dans la bouche en une seule fois.