Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hoofdleider:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hoofdleider (Nederlands) in het Engels

hoofdleider:

hoofdleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de hoofdleider (opperhoofd; stamhoofd; hoofdman; hoofd)
    the tribal chief; the head; the chieftain; the chief; the leader
    • tribal chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • head [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chieftain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chief [the ~] zelfstandig naamwoord
    • leader [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor hoofdleider:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chief hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd aanvoerder; aanvoerster; baas; bestuurder; chef; hoofd; hoofdman; kopstuk; leider; leidster; leidsvrouw; manager; meerdere; meester; patroon; superieur; voorman; voorvrouw; voorzitter; werkbaas
chieftain hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd
head hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd baas; bol; chef; hoofd; hoofd van een mens; hoofdeinde; kop; kopzin; krop; opeengepakte bladeren; voorman; werkbaas
leader hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd aanvoerder; baas; begeleider; bestuurder; chef; gids; groepsleider; hoofd; hoofdman; kopman; kopstuk; leider; leidsman; lijstaanvoerder; loods; manager; meerdere; meester; opvulteken; patroon; pees; superieur; voorman; voorzitter; werkbaas; zeen
tribal chief hoofd; hoofdleider; hoofdman; opperhoofd; stamhoofd
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
head knotten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chief cruciaal; kardinaal; voornaamst