Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. hulpstukken:
  2. hulpstuk:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor hulpstukken (Nederlands) in het Engels

hulpstukken:

hulpstukken [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de hulpstukken
    the accessories; the attachments

Vertaal Matrix voor hulpstukken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessories hulpstukken accessoires; toebehoren
attachments hulpstukken toebehoren

Verwante woorden van "hulpstukken":


hulpstuk:

hulpstuk [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het hulpstuk
    the accessory

Vertaal Matrix voor hulpstuk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessory hulpstuk accessoire; randapparaat
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accessory medeplichtig; medeschuldig

Verwante woorden van "hulpstuk":


Wiktionary: hulpstuk

hulpstuk
noun
  1. to adapt other equipment