Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. iepen:
  2. iep:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor iepen (Nederlands) in het Engels

iepen:

iepen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de iepen (olmen)
    the elms
    • elms [the ~] zelfstandig naamwoord

iepen bijvoeglijk naamwoord

  1. iepen (van iepehout)
    elm; in elmswood

Vertaal Matrix voor iepen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elm iep; olm
elms iepen; olmen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elm iepen; van iepehout
in elmswood iepen; van iepehout

Verwante woorden van "iepen":


iepen vorm van iep:

iep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de iep (olm)
    the elm
    • elm [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor iep:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elm iep; olm
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elm iepen; van iepehout

Verwante woorden van "iep":


Wiktionary: iep

iep
noun
  1. tree of genus Ulmus

Cross Translation:
FromToVia
iep elm UlmeBotanik: Laubbaum der Gattung Ulmus.
iep elm orme — (botanique) arbre de la famille des ulmacées qui sert ordinairement à border des routes, des avenues.