Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. imitator:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor imitator (Nederlands) in het Engels

imitator:

imitator [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de imitator (namaker; nabootser; vervalser)
    the forger; the copycat; the imitator; the follower
    • forger [the ~] zelfstandig naamwoord
    • copycat [the ~] zelfstandig naamwoord
    • imitator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • follower [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de imitator (navolger; nabootser)
    the follower; the imitator

Vertaal Matrix voor imitator:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copycat imitator; nabootser; namaker; vervalser
follower imitator; nabootser; namaker; navolger; vervalser aanhanger; discipel; jongmaat; leerknecht; maatje; meeloopster; navolger; pupil; volgeling; volgelinge; volger
forger imitator; nabootser; namaker; vervalser geldnamaker
imitator imitator; nabootser; namaker; navolger; vervalser aanhanger; discipel; navolger; volgeling; volger

Verwante woorden van "imitator":

  • imitatoren, imitators

Wiktionary: imitator

imitator
noun
  1. iemand die een ander persoon nadoet
imitator
noun
  1. one who imitates another
  2. imitator

Computer vertaling door derden: