Nederlands

Uitgebreide vertaling voor inbeeldingen (Nederlands) in het Engels

inbeeldingen:

inbeeldingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de inbeeldingen (eigenwanen; verwaandheden; ingenomendheden; ingebeeldheden)
    the fancies; the conceits
    • fancies [the ~] zelfstandig naamwoord
    • conceits [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de inbeeldingen (hersenschimmen; verbeeldingen)
    the figments of the imagination; the phantasms; the chimera's

Vertaal Matrix voor inbeeldingen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chimera's hersenschimmen; inbeeldingen; verbeeldingen
conceits eigenwanen; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden laatdunkendheden
fancies eigenwanen; inbeeldingen; ingebeeldheden; ingenomendheden; verwaandheden
figments of the imagination hersenschimmen; inbeeldingen; verbeeldingen
phantasms hersenschimmen; inbeeldingen; verbeeldingen

Verwante woorden van "inbeeldingen":


inbeeldingen vorm van inbeelding:

inbeelding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de inbeelding (verwaandheid; zelfverheffing; aanmatiging)
    the impertinence; the conceitedness; the self-elevating; the conceit; the arrogance; the cockiness
  2. de inbeelding (onbeschaamdheid; onbeschoftheid; schaamteloosheid; )
    the shamelessness; the insolence; the impudence; the impertinence; the brazenness; the effrontery

Vertaal Matrix voor inbeelding:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrogance aanmatiging; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing arrogantie; bombast; egotisme; eigendunk; eigenwaan; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; hooghartigheid; hoogmoed; hovaardigheid; hovaardij; ijdelheid; laatdunkendheid; pompeusheid; verwaandheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid
brazenness inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing
cockiness aanmatiging; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing arrogantie; bombast; egotisme; eigendunk; eigenwaan; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; hoogmoed; ijdelheid; pompeusheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid
conceit aanmatiging; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing arrogantie; bombast; egotisme; eigendunk; eigenwaan; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; hoogmoed; ijdelheid; pompeusheid; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid
conceitedness aanmatiging; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing arrogantie; bombast; egotisme; eigendunk; eigenwaan; gewichtigdoenerij; gewichtigheid; gezwollenheid; hoogdravendheid; hoogmoed; ijdelheid; pompeusheid; pretentie; zelfgenoegzaamheid; zelfingenomenheid
effrontery inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing
impertinence aanmatiging; inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; impertinentie; lompheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; vrijpostigheid
impudence inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing brutaal zijn; brutaliteit; grote mond hebben; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; vrijpostigheid
insolence inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing botheid; brutaliteit; impertinentie; lompheid; onbeschaafdheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; ongeliktheid; ongemanierdheid; vrijpostigheid
self-elevating aanmatiging; inbeelding; verwaandheid; zelfverheffing
shamelessness inbeelding; indiscretie; laatdunkendheid; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; onkiesheid; onwelgevoegelijkheid; schaamteloosheid; verwaandheid; zelfverheffing

Verwante woorden van "inbeelding":


Wiktionary: inbeelding

inbeelding
noun
  1. act of deluding; deception; a misleading of the mind