Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. klutsen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klutsen (Nederlands) in het Engels

klutsen:

klutsen werkwoord (kluts, klutst, klutste, klutsten, geklutst)

  1. klutsen
    to beat up; to whip
    • beat up werkwoord (beats up, beated up, beating up)
    • whip werkwoord (whips, whipped, whipping)

Conjugations for klutsen:

o.t.t.
  1. kluts
  2. klutst
  3. klutst
  4. klutsen
  5. klutsen
  6. klutsen
o.v.t.
  1. klutste
  2. klutste
  3. klutste
  4. klutsten
  5. klutsten
  6. klutsten
v.t.t.
  1. heb geklutst
  2. hebt geklutst
  3. heeft geklutst
  4. hebben geklutst
  5. hebben geklutst
  6. hebben geklutst
v.v.t.
  1. had geklutst
  2. had geklutst
  3. had geklutst
  4. hadden geklutst
  5. hadden geklutst
  6. hadden geklutst
o.t.t.t.
  1. zal klutsen
  2. zult klutsen
  3. zal klutsen
  4. zullen klutsen
  5. zullen klutsen
  6. zullen klutsen
o.v.t.t.
  1. zou klutsen
  2. zou klutsen
  3. zou klutsen
  4. zouden klutsen
  5. zouden klutsen
  6. zouden klutsen
diversen
  1. kluts!
  2. klutst!
  3. geklutst
  4. klutsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor klutsen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
whip karwats; zweep
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beat up klutsen aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; billekoek geven; een pak slaag geven; iemand toetakelen; in elkaar slaan; in elkaar timmeren; mishandelen; molesteren; pijnigen; toetakelen
whip klutsen aframmelen; afranselen; afrossen; aftuigen; billekoek geven; een pak slaag geven; in elkaar timmeren; toetakelen