Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
charming
|
|
aantrekken; bekoren; charmeren; inpalming
|
snap
|
|
biscuit; biscuitje; kaakje; koek; koekje
|
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
snap
|
|
afbekken; afblaffen; afsnauwen; dichtbijten; een knippend geluid maken; exploderen; fladderen; happen; klappen; knakken; knappen; ontploffen; snauwen; springen; toebijten; toehappen; toesnauwen; uit elkaar spatten; uit elkaar springen; uitlijnen; wapperen
|
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
able
|
intelligent; knap
|
bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fysiek in staat; geoefend; geschikt; handig; in staat; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig
|
attractive
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aantrekkelijke; aanvallig; aardig; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; oogstrelend; prettig; schattig; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
|
beautiful
|
attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig
|
beeldschoon; fonkelend; glinsterend; schitterend; wonderschoon
|
capable
|
intelligent; knap
|
bedreven; behendig; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fysiek in staat; geoefend; geschikt; handig; in staat; kundig; oordeelkundig; ter zake kundig; vaardig; vakbekwaam; vakkundig
|
charming
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; alleraardigst; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; bevallig; charmant; gracieus; liefelijk; lieflijk; lieftallig; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
|
clever
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
adrem; bedachtzaam; bijdehand; clever; correct; doordacht; gehaaid; geleerd; geniaal; gevat; gewiekst; gis; intelligent; kien; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spitsvondig; uitgekiend; uitgeslapen; vernuftig; verstandig; vlot; vlug; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
enchanting
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; allerliefst; attractief; begeerenswaardig; beheksend; bekoorlijk; betoverend; boeiend; charmant; dottig; enig; fascinerend; integrerend; intrigerend; lief; magisch; schattig; snoezig; toverachtig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend
|
entrancing
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aardig; bevallig; charmant; prettig
|
good-looking
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; leuk van uiterlijk; mooi; welgevallig
|
|
handsome
|
attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig
|
elegant; gracieus; sierlijk
|
ingenious
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
clever; geniaal; inventief; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen; vernuftig; vindingrijk
|
keen
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
begerig; bijdehand; fervent; gevat; gretig; happig; kien; messcherp; pienter; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; spits; uitgekookt; uitgeslapen; verlekkerd; vurig
|
lovely
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
aanbiddelijk; aangenaam; aanlokkelijk; aantrekkelijk; aanvallig; aardig; aimabel; allerliefst; attractief; beeldig; begeerenswaardig; behaaglijk; bekoorlijk; bevallig; charmant; dottig; elegant; enig; fijn; fijne; gracieus; heerlijk van dag; leuk; lief; liefelijk; lieflijk; lieftallig; plezant; plezierig; prettig; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; vertederend; verzoekend
|
nice
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
aangenaam; aardig; behaaglijk; bevallig; charmant; elegant; fijn; gracieus; jofel; lekker; leuk; lief; plezant; plezierig; prettig; sierlijk; sympathiek
|
personable
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
elegant; gracieus; sierlijk
|
skilful
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
bedreven; behendig; bekwaam; clever; geoefend; handig; kien; kundig; magistraal; meesterlijk; pienter; rap; schrander; slim; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vlot; vlug
|
skillful
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
bedreven; behendig; bekwaam; clever; geoefend; handig; kien; kundig; magistraal; meesterlijk; pienter; rap; schrander; slim; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vlot; vlug
|
smart
|
knap; leuk om te zien
|
adrem; alert; bedachtzaam; bij de pinken; bijdehand; chic; clever; correct; doordacht; elegant; esthetisch; gehaaid; geleerd; gelikt; gevat; gewiekst; gis; goochem; intelligent; kien; kittig; modieuze verfijning; nadenkend; oplettend; picobello; piekfijn; pienter; raadzaam; raak; scherpzinnig; schrander; slim; smaakvol; snedig; snugger; spitsvondig; stijlvol; tiptop; uitgekiend; uitgeslapen; verfijnd; verstandig; wakker; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
|
-
|
begaafd; bijdehand; intelligent; pienter; slim
|
|
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bright
|
knap; leuk om te zien
|
aanschouwelijk; adrem; bedachtzaam; bijdehand; blij; blijgeestig; blijmoedig; blinkend; bloeiend; clever; correct; dartel; doordacht; duidelijk; fideel; flagrant; fleurig; flitsend; geestig; gevat; glimmend; hip; intelligent; jolig; kien; kleurig; kleurrijk; kwiek; levendig; lustig; modieus; monter; nadenkend; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; overduidelijk; pienter; raadzaam; raak; schrander; slim; snedig; snel; snugger; spiritueus; trendy; uitgelaten; uitgeslapen; verstandig; vlot; vrolijk; wakker; weldenkend; welgemoed; wijs; wijselijk; zinnig; zo klaar als een klontje; zonneklaar; zonnig
|
good looking
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
|
pretty
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; fraai; goed ogend; knap; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig
|
aanvallig; allerliefst; behoorlijk; elegant; gracieus; nogal; redelijk; schattig; sierlijk; snoeperig; snoezig; tamelijk
|
snap
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
elegant; gracieus; sierlijk
|