Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal landelijkheid

Vertaal landelijkheid van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

landelijkheid:
- rurality; rusticity
landelijk:
- rural; rustic
- countryish; rural
Wiktionary:
- landelijk → national, rural, bucolic, rustic
- landelijk → national, native, indigenous, aboriginal, domestic, internal, country-style, rural, rustic, agrarian, rough, unrefined, uncouth, hardy

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor landelijkheid (Nederlands) in het Engels

landelijkheid:

landelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de landelijkheid
the rurality; the rusticity
- rurality [the ~] zelfstandig naamwoord
- rusticity [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor landelijkheid:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rurality	landelijkheid
rusticity	landelijkheid

Verwante woorden van "landelijkheid":

landelijk

landelijkheid vorm van landelijk:

landelijk bijvoeglijk naamwoord

landelijk (rustiek)
rural; rustic
- rural bijvoeglijk naamwoord
- rustic bijvoeglijk naamwoord

landelijk

landelijk (plattelands)
countryish; rural
- countryish
- rural

Vertaal Matrix voor landelijk:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rural	landelijk; rustiek	plattelands
rustic	landelijk; rustiek	dorps
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
countryish	landelijk; plattelands
rural	landelijk; plattelands

Verwante woorden van "landelijk":

landelijkheid, landelijker, landelijkere, landelijkst, landelijkste, landelijke

Wiktionary: landelijk

landelijk

adjective

met betrekking tot of geldend voor het hele land
- landelijk → national
met betrekking tot minder bevolkte, niet-stedelijke gebieden
- landelijk → rural

landelijk

adjective

of or having to do with a nation
- national → nationaal; landelijk
rustic, pastoral, country-styled
- bucolic → landelijk; rustiek
country-styled
- rustic → landelijk

Cross Translation:

From	To	Via
• landelijk	→ national	↔ national — eine Nation betreffend; (flächendeckend) innerhalb einer Nation, nicht über Grenzen hinaus
• landelijk	→ native; indigenous; aboriginal; domestic; internal	↔ aborigène — anthropo\|fr Qui est originaire du pays où il vivre.
• landelijk	→ country-style	↔ champêtre — Qui appartenir, qui a rapport aux champs.
• landelijk	→ rural; rustic; agrarian	↔ rural — relatif à la campagne.
• landelijk	→ rustic; rough; unrefined; uncouth; hardy	↔ rustique — Translations