Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. log:
  2. loggen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor log:
    • cumbersome


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor log (Nederlands) in het Engels

log:

log bijvoeglijk naamwoord

  1. log (loom; lijzig)
    sluggish; indolent; lazy; dawdling; inert; limp; tardy; passive; languid; dragging; drooping; slow; listless; lingering; shuffling; inactive; slow of understanding
  2. log (onsierlijk van gedaante; plomp; lomp)
    plump; squat; chubby; heavy
    • plump bijvoeglijk naamwoord
    • squat bijvoeglijk naamwoord
    • chubby bijvoeglijk naamwoord
    • heavy bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor log:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dawdling geaarzel; getalm; getreuzel
dragging afdreggen; afstropen; afzoeken; dreggen; geheel doorzoeken; gesleep; gesleur; slepen; wegslepen
lazy gemakzucht
lingering geaarzel; getalm; getreuzel
squat hurk; hurkzit; kniezit; kraakpand
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
limp hinken; kreupel lopen; mank lopen; mankgaan
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chubby log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp mollig; poezelig; volslank
dragging lijzig; log; loom aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
drooping lijzig; log; loom
inactive lijzig; log; loom apathisch; inactief; lethargisch
indolent lijzig; log; loom bezadigd; gezapig; laks; sloom; vadsig
inert lijzig; log; loom
languid lijzig; log; loom futloos; lamlendig; langzaam; lusteloos; mat; niet uitbundig; slap; sloom; traag
lazy lijzig; log; loom gemakzuchtig; langzaam; lui; sloom; traag; werkschuw
limp lijzig; log; loom energieloos; futloos; hangerig; lamlendig; landerig; lusteloos; slap
listless lijzig; log; loom energieloos; futloos; hangerig; lamlendig; landerig; langzaam; lusteloos; mat; slap; sloom; traag
passive lijzig; log; loom lijdelijk; passief
sluggish lijzig; log; loom langzaam; sloom; traag
squat log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp ineengedrongen
tardy lijzig; log; loom langzaam; sloom; traag
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dawdling lijzig; log; loom aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
heavy log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp beklemmend; heftig; hevig; intens; intensief; knellend; lastig; loden; loodzwaar; machtig; met een groot gewicht; moeilijk; moeilijk verteerbaar; niet makkelijk; nijpend; ongemakkelijk; slecht verteerbaar; smartelijk; zwaar
lingering lijzig; log; loom aarzelend; armetierig; besluitloos; dralend; kwijnend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
plump log; lomp; onsierlijk van gedaante; plomp bevleesd; bol; bolstaand; bolvormig; gevleesd; kogelvormig; lomp; mollig; onelegant; plomp; poezelig; volslank; welgedaan
shuffling lijzig; log; loom sloffend
slow lijzig; log; loom aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; lui; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend; werkschuw
slow of understanding lijzig; log; loom langzaam van begrip; traag van begrip

Verwante woorden van "log":


Wiktionary: log

log
adjective
  1. inert, lumbering, slow in movement
  2. difficult to carry, handle, manage or operate

Cross Translation:
FromToVia
log log LogNautik: Messgerät zur Bestimmung der Fahrgeschwindigkeit eines Schiffes
log clumsy; uncouth; rough klobigbezogen auf Finger, Hände: ungeschickt, ungelenk

loggen:

loggen werkwoord (log, logt, logde, logden, gelogd)

  1. loggen
    to log; to heave the log; to pay out the log-line; to sail by the log
    • log werkwoord (logs, logged, logging)
    • heave the log werkwoord (heaves the log, hove the log, heaving the log)
    • pay out the log-line werkwoord (pays out the log-line, paid out the log-line, paying out the log-line)
    • sail by the log werkwoord (sails by the log, sailed by the log, sailing by the log)

Conjugations for loggen:

o.t.t.
  1. log
  2. logt
  3. logt
  4. loggen
  5. loggen
  6. loggen
o.v.t.
  1. logde
  2. logde
  3. logde
  4. logden
  5. logden
  6. logden
v.t.t.
  1. heb gelogd
  2. hebt gelogd
  3. heeft gelogd
  4. hebben gelogd
  5. hebben gelogd
  6. hebben gelogd
v.v.t.
  1. had gelogd
  2. had gelogd
  3. had gelogd
  4. hadden gelogd
  5. hadden gelogd
  6. hadden gelogd
o.t.t.t.
  1. zal loggen
  2. zult loggen
  3. zal loggen
  4. zullen loggen
  5. zullen loggen
  6. zullen loggen
o.v.t.t.
  1. zou loggen
  2. zou loggen
  3. zou loggen
  4. zouden loggen
  5. zouden loggen
  6. zouden loggen
en verder
  1. ben gelogd
  2. bent gelogd
  3. is gelogd
  4. zijn gelogd
  5. zijn gelogd
  6. zijn gelogd
diversen
  1. log!
  2. logt!
  3. gelogd
  4. loggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor loggen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
log blok hout; brandhout; dagboek; houtblok; journaal; logboek
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heave the log loggen
log loggen
pay out the log-line loggen
sail by the log loggen

Wiktionary: loggen

loggen
verb
  1. vaart bepalen
    • loggenlog
  2. stelselmatig registreren
    • loggenlog

Verwante vertalingen van log