Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. manhaftigheid:
  2. manhaftig:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor manhaftigheid (Nederlands) in het Engels

manhaftigheid:

manhaftigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de manhaftigheid
    the braveness; the manliness

Vertaal Matrix voor manhaftigheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
braveness manhaftigheid driestheid; heroïek; kloekheid; koenheid; onverschrokkenheid; stoutmoedigheid; vermetelheid
manliness manhaftigheid

Verwante woorden van "manhaftigheid":


manhaftig:

manhaftig bijvoeglijk naamwoord

  1. manhaftig
    courageous; valiant; bold; brave

Vertaal Matrix voor manhaftig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bold branie; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bold manhaftig beslist; brutaal; dapper; doortastend; ferm; heldhaftig; heroïsch; hondsbrutaal; kloek; koen; kordaat; krachtdadig; krachtig; kranig; manmoedig; moedig; niet beschroomd; onbeducht; onbeschroomd; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; stout; stoutmoedig; vermetel; vet; vrijmoedig; vrijpostig
brave manhaftig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
courageous manhaftig beslist; dapper; doortastend; ferm; heldhaftig; heroïsch; kloek; kordaat; krachtdadig; krachtig; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig
valiant manhaftig dapper; heldhaftig; heroïsch; kloek; moedig; onverschrokken; stout; stoutmoedig

Verwante woorden van "manhaftig":


Wiktionary: manhaftig

manhaftig
adjective
  1. moedig, strijdbaar