Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ommuren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ommuren (Nederlands) in het Engels

ommuren:

ommuren werkwoord (ommuur, ommuurt, ommuurde, ommuurden, ommuurd)

  1. ommuren
    to immure; to wall in; to brick up
    • immure werkwoord (immures, immured, immuring)
    • wall in werkwoord (walls in, walled in, walling in)
    • brick up werkwoord (bricks up, bricked up, bricking up)

Conjugations for ommuren:

o.t.t.
  1. ommuur
  2. ommuurt
  3. ommuurt
  4. ommuren
  5. ommuren
  6. ommuren
o.v.t.
  1. ommuurde
  2. ommuurde
  3. ommuurde
  4. ommuurden
  5. ommuurden
  6. ommuurden
v.t.t.
  1. heb ommuurd
  2. hebt ommuurd
  3. heeft ommuurd
  4. hebben ommuurd
  5. hebben ommuurd
  6. hebben ommuurd
v.v.t.
  1. had ommuurd
  2. had ommuurd
  3. had ommuurd
  4. hadden ommuurd
  5. hadden ommuurd
  6. hadden ommuurd
o.t.t.t.
  1. zal ommuren
  2. zult ommuren
  3. zal ommuren
  4. zullen ommuren
  5. zullen ommuren
  6. zullen ommuren
o.v.t.t.
  1. zou ommuren
  2. zou ommuren
  3. zou ommuren
  4. zouden ommuren
  5. zouden ommuren
  6. zouden ommuren
diversen
  1. ommuur!
  2. ommuurt!
  3. ommuurd
  4. ommurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ommuren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brick up ommuren inmetselen
immure ommuren inmetselen
wall in ommuren inmetselen

Wiktionary: ommuren

ommuren
verb
  1. enclose by surrounding with walls

Computer vertaling door derden: