Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. omverrijden:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omverrijden (Nederlands) in het Engels

omverrijden:

omverrijden werkwoord (rijd omver, rijdt omver, reed omver, reden omver, omver gereden)

  1. omverrijden (overrijden; overheen rijden)
    to drive over; to run over
    • drive over werkwoord (drives over, drove over, driving over)
    • run over werkwoord (runs over, ran over, running over)

Conjugations for omverrijden:

o.t.t.
  1. rijd omver
  2. rijdt omver
  3. rijdt omver
  4. rijden omver
  5. rijden omver
  6. rijden omver
o.v.t.
  1. reed omver
  2. reed omver
  3. reed omver
  4. reden omver
  5. reden omver
  6. reden omver
v.t.t.
  1. heb omver gereden
  2. hebt omver gereden
  3. heeft omver gereden
  4. hebben omver gereden
  5. hebben omver gereden
  6. hebben omver gereden
v.v.t.
  1. had omver gereden
  2. had omver gereden
  3. had omver gereden
  4. hadden omver gereden
  5. hadden omver gereden
  6. hadden omver gereden
o.t.t.t.
  1. zal omverrijden
  2. zult omverrijden
  3. zal omverrijden
  4. zullen omverrijden
  5. zullen omverrijden
  6. zullen omverrijden
o.v.t.t.
  1. zou omverrijden
  2. zou omverrijden
  3. zou omverrijden
  4. zouden omverrijden
  5. zouden omverrijden
  6. zouden omverrijden
en verder
  1. ben oomver gereden
  2. bent omver gereden
  3. is omver gereden
  4. zijn omver gereden
  5. zijn omver gereden
  6. zijn omver gereden
diversen
  1. rijd omver!
  2. rijdt omver!
  3. omver gereden
  4. omver rijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omverrijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drive over omverrijden; overheen rijden; overrijden
run over omverrijden; overheen rijden; overrijden