Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. openduwen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor openduwen (Nederlands) in het Engels

openduwen:

openduwen werkwoord (duw open, duwt open, duwde open, duwden open, opengeduwd)

  1. openduwen
    to push open; to press open
    • push open werkwoord (pushes open, pushed open, pushing open)
    • press open werkwoord (presses open, pressed open, pressing open)

Conjugations for openduwen:

o.t.t.
  1. duw open
  2. duwt open
  3. duwt open
  4. duwen open
  5. duwen open
  6. duwen open
o.v.t.
  1. duwde open
  2. duwde open
  3. duwde open
  4. duwden open
  5. duwden open
  6. duwden open
v.t.t.
  1. heb opengeduwd
  2. hebt opengeduwd
  3. heeft opengeduwd
  4. hebben opengeduwd
  5. hebben opengeduwd
  6. hebben opengeduwd
v.v.t.
  1. had opengeduwd
  2. had opengeduwd
  3. had opengeduwd
  4. hadden opengeduwd
  5. hadden opengeduwd
  6. hadden opengeduwd
o.t.t.t.
  1. zal openduwen
  2. zult openduwen
  3. zal openduwen
  4. zullen openduwen
  5. zullen openduwen
  6. zullen openduwen
o.v.t.t.
  1. zou openduwen
  2. zou openduwen
  3. zou openduwen
  4. zouden openduwen
  5. zouden openduwen
  6. zouden openduwen
en verder
  1. is opengeduwd
  2. zijn opengeduwd
diversen
  1. duw open!
  2. duwt open!
  3. opengeduwd
  4. openduwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

openduwen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. openduwen (openstoten)
    the push open

Vertaal Matrix voor openduwen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
push open openduwen; openstoten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
press open openduwen opendrukken
push open openduwen opendrukken; openschuiven; openstoten