Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opstuivend:
  2. opstuiven:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opstuivend (Nederlands) in het Engels

opstuivend:

opstuivend bijvoeglijk naamwoord

  1. opstuivend (opstuivend zand)
    drifting; banking up; flying up

Vertaal Matrix voor opstuivend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drifting drijven
flying up driftig zijn; opstuiven; opvliegen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drifting opstuivend; opstuivend zand fluctuerend; heen en weer bewegend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banking up opstuivend; opstuivend zand
flying up opstuivend; opstuivend zand

opstuivend vorm van opstuiven:

opstuiven werkwoord (stuif op, stuift op, stoof op, stoven op, opgestoven)

  1. opstuiven (opvliegen)
    to fly up
    • fly up werkwoord (flies up, flew up, flying up)

Conjugations for opstuiven:

o.t.t.
  1. stuif op
  2. stuift op
  3. stuift op
  4. stuiven op
  5. stuiven op
  6. stuiven op
o.v.t.
  1. stoof op
  2. stoof op
  3. stoof op
  4. stoven op
  5. stoven op
  6. stoven op
v.t.t.
  1. ben opgestoven
  2. bent opgestoven
  3. is opgestoven
  4. zijn opgestoven
  5. zijn opgestoven
  6. zijn opgestoven
v.v.t.
  1. was opgestoven
  2. was opgestoven
  3. was opgestoven
  4. waren opgestoven
  5. waren opgestoven
  6. waren opgestoven
o.t.t.t.
  1. zal opstuiven
  2. zult opstuiven
  3. zal opstuiven
  4. zullen opstuiven
  5. zullen opstuiven
  6. zullen opstuiven
o.v.t.t.
  1. zou opstuiven
  2. zou opstuiven
  3. zou opstuiven
  4. zouden opstuiven
  5. zouden opstuiven
  6. zouden opstuiven
diversen
  1. stuif op!
  2. stuift op!
  3. opgestoven
  4. opstuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opstuiven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. opstuiven (driftig zijn; opvliegen)
    the flare up; the flying up

Vertaal Matrix voor opstuiven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flare up driftig zijn; opstuiven; opvliegen
flying up driftig zijn; opstuiven; opvliegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flare up afbranden; leegbranden; omhoogkomen; ontbranden; ontsteken; ontvlammen; opflakkeren; oplaaien; opstijgen; opvlammen; opvliegen; platbranden; uitbranden; vuur vatten
fly up opstuiven; opvliegen omhoogkomen; opstijgen; opvliegen; opwaarts vliegen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flying up opstuivend; opstuivend zand

Verwante vertalingen van opstuivend