Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. plons:
  2. plonzen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor plons (Nederlands) in het Engels

plons:

plons [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de plons
    the splash
    • splash [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor plons:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
splash plons plens; scheutje; spat; spatter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
splash klateren; klotsen; opspatten; plonzen; spatten; spetteren

Verwante woorden van "plons":


plons vorm van plonzen:

plonzen werkwoord (plons, plonst, plonsde, plonsden, geplonsd)

  1. plonzen
    to plunge; to splash
    • plunge werkwoord (plunges, plunged, plunging)
    • splash werkwoord (splashs, splashed, splashing)

Conjugations for plonzen:

o.t.t.
  1. plons
  2. plonst
  3. plonst
  4. plonzen
  5. plonzen
  6. plonzen
o.v.t.
  1. plonsde
  2. plonsde
  3. plonsde
  4. plonsden
  5. plonsden
  6. plonsden
v.t.t.
  1. heb geplonsd
  2. hebt geplonsd
  3. heeft geplonsd
  4. hebben geplonsd
  5. hebben geplonsd
  6. hebben geplonsd
v.v.t.
  1. had geplonsd
  2. had geplonsd
  3. had geplonsd
  4. hadden geplonsd
  5. hadden geplonsd
  6. hadden geplonsd
o.t.t.t.
  1. zal plonzen
  2. zult plonzen
  3. zal plonzen
  4. zullen plonzen
  5. zullen plonzen
  6. zullen plonzen
o.v.t.t.
  1. zou plonzen
  2. zou plonzen
  3. zou plonzen
  4. zouden plonzen
  5. zouden plonzen
  6. zouden plonzen
en verder
  1. ben geplonsd
  2. bent geplonsd
  3. is geplonsd
  4. zijn geplonsd
  5. zijn geplonsd
  6. zijn geplonsd
diversen
  1. plons!
  2. plonst!
  3. geplonsd
  4. plonzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor plonzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
splash plens; plons; scheutje; spat; spatter
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plunge plonzen duiken; induiken; steil vallen; vooroverduiken
splash plonzen klateren; klotsen; opspatten; spatten; spetteren

Verwante woorden van "plonzen":


Wiktionary: plonzen

plonzen
verb
  1. een geluid voortbrengen zoals dat van iets dat luidruchtig in een vloeistof ondergedompeld wordt

Cross Translation:
FromToVia
plonzen lap; plash; splash; beat; paddle barboterbredouiller, marmonner, parler d’une manière confuse, s’embrouiller dans ses explications.
plonzen lap; plash; splash; beat clapoter — marine|fr éprouver le clapotis.