Home ->Woordenboeken ->Nederlands/Engels ->Vertaal processies

Vertaal processies van Nederlands naar Engels

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

processies:
- marches; parades; pageants; processions
processie:
- procession
Wiktionary:
- processie → procession
- processie → procession

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor processies (Nederlands) in het Engels

processies:

processies [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

de processies (optochten; omgangen; stoeten)
the marches; the parades; the pageants; the processions
- marches [the ~] zelfstandig naamwoord
- parades [the ~] zelfstandig naamwoord
- pageants [the ~] zelfstandig naamwoord
- processions [the ~] zelfstandig naamwoord
de processies (omgang; het omgaan)
the processions
- processions [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor processies:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marches	omgangen; optochten; processies; stoeten
pageants	omgangen; optochten; processies; stoeten
parades	omgangen; optochten; processies; stoeten
processions	het omgaan; omgang; omgangen; ommegangen; optochten; processies; stoeten

Verwante woorden van "processies":

processie

processie:

processie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

de processie (staatsie; stoet)
the procession
- procession [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor processie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
procession	processie; staatsie; stoet	optocht; stoet

Verwante woorden van "processie":

processies, processietje

Wiktionary: processie

processie

noun

religie|nld optocht van geestelijke en andere gelovigen
- processie → procession

processie

noun

group of people or thing moving along in an orderly manner
- procession → processie; stoet

Cross Translation:

From	To	Via
• processie	→ procession	↔ Prozession — nach bestimmten Regeln geordneter feierlicher Umzug, meist zu Fuß; oft handelt es sich um ein religiöses Ritual
• processie	→ procession	↔ procession — Cortège de prêtres et de fidèles (1)
• processie	→ procession	↔ procession — Groupe de personnes en file (3)